Afwezigheid

Mila pingpongde vaak mee in Autun.

Ik ben hier dus bijna nooit meer. Er staan massa’s concepten in mijn blogmap, mijn mailarchiefje puilt uit van de interessante nieuwsbrieven waar ik nog eens iets mee wil doen. En elke dag denk ik: ik MOET een stukje schrijven, en dan doe ik het weer niet. Hierbij alsnog een stukje om me daarna minstens een maand niet meer schuldig te voelen en het nieuwe jaar zonder boetekleed in te gaan. Ik begon hier trouwens aan met het idee dat ik het niet over corona zou hebben, want daar had ik niets specifieks over genoteerd. Spoiler: dat is niet helemaal gelukt. En van de vijf dingen die in mijn kladdocument ‘decemberlessen’ stonden, komt er hier eigenlijk maar eentje aan de orde.

Mijn schuld-inducerende blogstemmetje zegt dingen als: Kun je echt niet even een blogje schrijven? Je besteedt wel tijd aan kattengifjes en memes van de dansende Donald Trump. En je bent soms een uur lang aan het appen! Je hebt je moeilijkste vertaling ooit af (en volgens jouzelf ook de mooiste ooit… Ha! kijk eerst maar eens wat de persklaarmaker daarvan vindt) en je hebt nu een supermakkelijk boek van maar 100 000 woorden te vertalen. (Dit is ironie, mensen.) Maar wat blijkt? Als ik lange dagen maak en in mijn hoofd continu bezig ben met zinsbouw, grammatica en ‘hoe zeg je dat nou in goed, idiomatisch Nederlands?’, dan is een blogje niet de ideale manier om in mijn vrije tijd nog even leuk en lekker ontspannen bezig te zijn.

Vroeger dacht ik trouwens dat ik geen hobby’s had, en dat was nogal een dingetje omdat ik vroeger ook weleens solliciteerde en die vraag (in mijn beleving) vaak werd gesteld. Tegenwoordig liggen mijn hobby’s ergens in een hoekje van de kamer me steeds bozer aan te kijken omdat ik ze negeer en ervoor kies nóg een artikel over covid te lezen. Als ik de media mag geloven zijn er trouwens mensen die dit jaar opeens zeeën van tijd hebben. Ik ken ze niet…

En dan meteen toch even een paar corona-opmerkingen, want helaas is dat ‘griepje’ toch ook echt extra lastig als de persoon die je het dierbaarst is in een ander EU-land woont. Ik wind me steeds vaker op over het Nederlandse beleid, en ik wou dat ik nu weer zo’n lijstje had kunnen maken, wat in het voorjaar vrij gemakkelijk ging. Ik had het hier eerder ook al eens over volksaard en dacht aan deze tekst toen ik het zoveelste niet al te vrolijk stemmend artikel las over de reden dat we in Nederland later beginnen met vaccineren:

Want ik blijf me afvragen of Nederlanders niet willen worden betutteld en daarom ook met klachten de deur uitgaan? (Of omdat veel supermarkten hun boodschappenbezorging niet echt op orde hebben? Of omdat mensen moeite hebben met hulp vragen? Over beide onderwerpen heb ik kladjes geschreven.) Of dat ‘ze’ ‘onze’ tradities (Zwarte Piet, carbid-schieten – ik noem even twee totaal willekeurige) en rechten niet mogen afpakken, want wij willen als volk toch vooral onze ‘vrijheid van tuincentrumbezoek’ kunnen uitoefenen (Sheila Sitalsing in de Volkskrant)?

Laat ik dan toch een flauw bruggetje maken van covid naar de zaken waarover ik hier vaak schrijf: Mark Manson kwam in zijn nieuwsbrief laatst namelijk met iets wat me aan het denken zette. ‘One of my favorite concepts comes from the Harvard psychologist Daniel Gilbert. In his book Stumbling on Happiness, he describes something he calls “the psychological immune system.”’ Misschien is dat wel wat ik dit jaar beter doe, bedacht ik, en wat iedereen zou ‘moeten’ doen: je psychologische weerstand op peil houden.

Ondanks mijn neiging om de afgelopen maanden weer en nog steeds te veel met werk bezig te zijn, ben ik tegenwoordig toch een minder strenge zweep-erover-baas. Ik lig ’s ochtends soms best lang in bed met koffie voordat ik opsta, ik fröbel er vrolijk op los met papierknipsels, kleurtjes en stickers, ik wandel, ik lees, ik klooi wat met mijn plantjes, luister naar muziek, heb het laatste seizoen van The Crown al bijna uit, en had voor de kerst zelfs een kittenknuffelcontact (hoewel die schattige poezel ook nadelen, of nee ‘leerpunten’, met zich meebracht).

Als laatste nog een knipoog omdat ik in mijn allereerste blogstukje schreef dat ik hier misschien nog weleens een lifehack zou delen. Bijna had ik er een. Namelijk dat je het gemberschilletje (de gemberverkoop schijnt in het voorjaar te zijn gestegen – goed voor je immuunsysteem) er het best met een lepeltje af kunt schrapen. (Ik geloof dat NRC dit meldde.) Mocht iemand iets soortgelijks weten voor de pitten in een pompoen, dan hou ik me aanbevolen. Ik doe ze tegenwoordig vaak maar gewoon in de pan erbij. (Hoezo perfectionistisch?)

5 antwoorden op “Afwezigheid”

      1. Hè, jammer :). Desondanks veel schrijfplezier! Lijkt me lastig, zo met een wederhelft die zijn hand niet omdraait voor een nieuwe kunstvorm of twee :).

        1. Ja, echt hoor! Eindelijk erkenning voor hoe zwaar dat is.
          (Voorbeeld: ik deed twee dagen over één blogstuk, hij een halfuur over zijn gastblog.)?

          1. Aargh. Maar misschien wel een goede aanleiding voor een stukje over jezelf al dan niet dwarsbomen?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.